Het is alweer een aantal jaar geleden, maar ik kan het mij nog zo goed herinneren. Sommige dingen vergeet je gewoon nooit. Omdat ze veel indruk hebben gemaakt, omdat ze een speciaal gevoel bij je hebben los gemaakt, omdat ze je hebben geraakt.
Het was in de tijd dat ik mijn atelier nog in de Boerderij had. Als ik een afspraak had was ik altijd een aantal uur van te voren aanwezig. De kachel moest op tijd aan, want het duurde uren voordat het een beetje behaaglijk was. De spullen van de cursisten ruimde ik op, soms moest er even stof gezogen worden, het aanrecht aan kant gemaakt en natuurlijk moest er koffie worden gezet.
Daarna ging ik vaak even naar binnen, in de woonkamer bij mijn schoonmoeder zitten. Beetje kletsen en wachten totdat de klant het pad van de boerderij op kwam rijden. Dat was het moment dat ik door de stal naar het erf liep om de mensen binnen te laten.
Zo ook die ene keer. Een grote auto draaide het erf op en werd geparkeerd. Uit de auto stapte een grote, jonge, stoere vent. Sportief gekleed, goed kapsel. Een man met uitstraling. Een man waar je als vrouw voor omkijkt, laten we het zo maar gewoon zeggen.
In het atelier begint hij zijn verhaal. Enigszins op afstand vertelt hij over zijn vrouw en over zijn gezin. Twee jonge kinderen en een prachtige sprankelende vrouw. Ze waren super gelukkig met elkaar. Alles liep op rolletjes, ze vierden het leven.
Totdat zij op een dag voor de wasmachine zit en niet meer weet hoe het ding werkt. Dat was het begin van het eind van haar leven. Van hun leven.
Hij haalt foto’s tevoorschijn. Ik zie een prachtige, blonde, jonge vrouw. Haar blauwe ogen sprankelen je tegemoet. Op elke foto staat ze stralend, met haar kinderen, tijdens vakanties, op hun bruiloft, bij feestjes en gewoon thuis.
De liefste moeder voor haar kinderen, de mooiste en geweldigste vrouw voor hem.
Heel duidelijk is hij over hoe hij haar op het portret wil hebben. Het moet absoluut de juiste uitstraling hebben.
Ik voel aan alles dat hij er niet 100% van overtuigd is dat dit mij ook daadwerkelijk gaat lukken. Zo nemen we afscheid.
Natuurlijk legt het een druk. Het zou gek zijn als dit niet zo was. Ik wilde zo graag dat hij voor een heel klein deel zijn vrouw weer mee naar huis kon nemen, de moeder van zijn kinderen. Dat ik erin zou slagen om aan zijn verwachtingen te voldoen, misschien juist wel omdat hij daaraan twijfelde.
Na een aantal maanden komt hij weer naar mijn atelier. Het portret is klaar. Zelf vind ik dat ik haar goed heb getroffen. Ze sprankelt van het doek. De blauwe ogen houden je gevangen en nemen je mee in haar vrolijkheid. Jong, vrolijk, onbevangen, genietend, levend.
Net zo afwachtend als bij zijn eerste bezoek loopt hij naar het portret toe. Het is stil. Hij loopt dichterbij en bekijkt het stilzwijgend. Na enige tijd draait hij zich om. “Het is goed”, zegt hij. Er valt een last van mijn schouders. Soms zijn er niet veel woorden nodig.
Hij gaat weer naar huis, het portret blijft bij mij achter. Het is nog nat en hij wil het liever niet zo mee naar huis nemen. We spreken af dat ik het portret bij hem langs kom brengen.
Hij rijdt het erf af en ik zwaai hem uit. Ik loop weer terug naar het atelier en kijk nog even met een blij en voldaan gevoel naar haar portret.
Op dat moment bliept mijn telefoon. Een berichtje, vanuit de auto. “Je hebt mij net weer even het gevoel van verliefdheid teruggegeven toen ik naar haar portret keek… bedankt daarvoor…!”
Een paar weken later breng ik het portret thuis. Alles is voorbereid, de plek is bepaald, er is zelfs al een spotje geinstalleerd.
Ik eet pasta mee en klets met de kinderen. Zij is weer thuis, bij haar man en kinderen.