Vorige week had ik ze weer hoor. Van die heerlijk blonde kindjes. Niet een, niet twee, nee drie van die zalige mormeltjes. In de leeftijd van 2, 3 en 5 jaar oud.

Toen de bel ging en ik naar de voordeur liep zag ik de middelste, het meisje, al in haar mooie jurkje voor de deur staan. Ze keek mij met een vrolijk, open snoetje aan. Ietwat ondeugend, dat zeker. Felblauwe ogen, een staartje in het haar. Ik beken: al voordat ze binnen was, was ik verkocht.

Ik deed de deur open en ze stapt met ferme tred over de drempel. Zo! Binnen! In haar kielzog moeder, oudste broertje en vader met de jongste spruit op zijn arm.

Onbevangen krijg ik een handje van haar. Ze noemt haar naam, ik noem de mijne. Het broertje volgt. Net zo’n open blik, maar dromerig. Rossig blonde krullen. Zacht. Fijn. Gevoelig. Een pláátje, bedenk ik direct. Ook hij noemt zijn naam. Daar ga ik weer.

De jongste geef ik ook een handje. Zelfs hij kijkt mij met vrije en vrolijke blik recht in de ogen.

Wat een leuk gezin.

Het hele grut banjert vrolijk de gang door. Zij stapt als eerste de kamer binnen. Ze maken kennis met de fotograaf, die direct ziet wat ik ook zie.

Het is lekker weer, de tuindeuren staan open.Kat Merlijn, die een rustige ochtend in het zonnetje dacht te hebben, is onmiddellijk onderwerp van aandacht. De kinderen zijn gek op beesten. Merlijn wordt geknuffeld en lief toe gesproken. Gelaten laat de kat het zich welgevallen.

Ik schenk koffie en perensap in. Eigenlijk wilde ze liever appelsap, maar het perensap voldoet. In een paar teugen is het glas leeg.

Terwijl ik praat met de ouders en de twee jongens observeer, neemt de fotograaf zijn kans waar. Ze laat zich gemakkelijk naar de bank in de kamer leiden en ik zie dat ze vrolijk reageert op zijn vragen. Een waar fotomodel. Ze babbelt honderduit en haar vrije blik is snel gevangen.

Na de kat volgen de eenden. Natuurlijk moeten ze een broodje krijgen. Ik zie hoe zij de stukjes brood achter elkaar de sloot in gooit. Het broertje doet het met meer beleid. Heel eerlijk deelt hij het tweede broodje met zijn zusje. Hij kijkt mij met zijn prachtige ogen zachtjes aan.

Terwijl hij vertelt over zijn vriendjes op school, gaat ook hij gemakkelijk op de foto. Ik verheug mij dan al op het contrast tussen de twee portretten.

Ook de jongste staat er in no-time op. Nog net te jong voor een uitgesproken karakter, maar gewoon een fijn en vrolijk joch.

Dan is het tijd om het atelier te bekijken. Ze pakt mijn hand en trekt mij mee de gang in, nieuwsgierig naar wat ze gaat zien.

Al voordat ik bij de deur ben staat ze in het atelier. Ze kijkt haar ogen uit en wil ook schilderen. Natuurlijk. Ze mag even met de olieverf op mijn palet. Ik knijp nog even lekker wat roze uit de tube en weet nog net te voorkomen dat er een veeg roze verf op een bijna gereed portret wordt gezet.

Zullen we naar boven? Ze staat al op de trap. We moeten lachen en besluiten dat het ook te gek kan.

Als na een paar uur iedereen weer naar huis is, sta ik nog na te genieten. Ik verheug mij op de portretten. Zo verschillend, zo fijn, zo uitgesproken.

’s Avonds krijg ik een e-mail van de ouders. Ze hebben nog even hun wensen samengevat en vertellen dat de kinderen ’s avonds in bed het nog over het bezoek hadden.

Van dit soort dingen word ik nou gewoon zo blij.