“Niet te braafjes”. “Rechthoek, maar niet te smal”. “Vrij groot formaat”. “Sprankelend meisje en Jaap van Zweden, allebei heel cool”. “Zo min mogelijk geel”.

Stiekem moest ik lachen om het berichtje dat op mijn telefoon verscheen. Zo herkenbaar. Niet alleen omdat ik ook niet zo van het geel ben, maar ook omdat ze zo’n enorme twijfelkont was. En zo heel veel verschillende dingen mooi vond.

Er wordt aangebeld. Altijd weer een leuk moment. Een nieuwe opdracht met weer nieuwe mensen. Mensen die je misschien een of twee keer telefonisch of per e-mail hebt gesproken. Een eerste indruk heb je dus al wel gekregen, maar dat kan, als je ze ontmoet, ook weer heel anders zijn.

Een slanke, vrolijke vrouw, blauwe ogen en het blonde haar in een losse knot. Een grote man met een rustige, geamuseerde blik in de bruine ogen. En een lief, iets verlegen, super elegant, donkergekleurd meisje staan voor de deur. Whow! Ik zie het gelijk, dat wordt leuk!

Bij het binnenkomen in de hal werpt ze snel een blik door de deur in het atelier. Gretig worden alle indrukken opgezogen. Ook zij vindt het nu al helemaal leuk.

In ons gesprek tijdens de koffie wordt dit gevoel alleen nog maar versterkt. Zij ziet het helemaal zitten. En hij ook, natuurlijk. Het meisje laat het allemaal rustig over zich heengaan en neemt mij met een geïnteresseerde blik op.

Zij is het lijdend voorwerp, want van háár gaat er een portret geschilderd worden. Stiekem vindt ze dit best leuk. Want wie kan dat nou zeggen? Niet een van haar vriendinnen heeft een geschilderd portret van zichzelf, hoe cool is dat? Ze draait wat op haar stoel heen en weer, belangstellend kijkt ze in het rond. Haar rug mooi recht, haar houding sierlijk. Het wit in haar ogen steekt prachtig af tegen haar donkere huid. “Wat een ontzettend mooi meisje”, denk ik.

Eigenlijk was ze gevallen voor het “sprankelende meisje”. Het portret van het meisje op mijn website. Heerlijk los, licht, fris van kleur, sprankelend geschilderd. Veel mensen vallen daarvoor. Zoiets had zij ook in gedachten voor het portret van haar dochter. Lekker beweeglijk, want dat was zij ook.

Dan, zittend aan tafel, ontdekt ze het schilderij van Jaap van Zweden dat bij mij in de keuken hangt. Een groot vierkant portret, 130×130 cm, met een heel donkere achtergrond. “Dat is een gaaf schilderij!”. Ze is op slag verliefd.

Zo kan het gaan. Zo val je nog op een licht, luchtig portretje en het volgende moment ga je voor het grote gebaar. Ik moet er om lachen. “Dat is wel echt iets heel anders!”.

En zo bespreken we dat we gewoon de foto’s maar gaan maken. En later beslissen we wel wat voor portret het precies gaat worden. Zonder dat ik het uitspreek, hoop ik dat ze voor het Jaap van Zweden portret kiest. Hoe geweldig zou dat zijn, ik zie het al helemaal voor mij. Dat donkere haar tegen zo’n donkere achtergrond. De prachtige ogen knallen eruit. Het grote vierkante formaat doet de rest.

Het meisje poseert alsof ze nooit anders heeft gedaan. Elegant beweegt ze van de ene in de andere pose, haar rug recht, haar handen sierlijk en een blik als fluweel. Hier is geen slechte foto van te maken.

Het was moeilijk, maar uiteindelijk is de keus gemaakt. Het wordt groot, vierkant en met een donkere achtergrond. Verder is het aan mij. Ik heb er zin in.

Het schilderen gaat heerlijk. De onderschildering is al bijna zo mooi dat ik er eigenlijk niet meer overheen wil. Maar het donkerblauw lonkt.

De achtergrond krijgt een diep nachtblauwe kleur. Het donkere gekrulde haar komt maar op enkele plaatsen los van de achtergrond. Het mooie blauw laat ik ook weer subtiel en iets lichter terugkomen in de koele schaduwkleuren. Aangevuld met lila en warm bruinrood in de overgangen.

Het zalmroze van de lippen is hetzelfde als het roze van haar shirt. In de warme lichtere partijen komt toch een ietsje okergeel. Haar prachtige ogen stralen een geamuseerde zelfverzekerdheid uit, die ik niet eerder bij zo’n jong meisje heb gezien.

Ik ben nog niet vaak zo blij geweest met een portret.

Gelukkig ben ik niet de enige. Ook zij zijn verrukt. Als wij weer aan de koffie zitten, verdwijnt het meisje stilletjes naar het atelier. Een half uur later is ze daar nog steeds, staand voor haar portret. Kijkend naar alle kleuren, alle toetsen, streepjes, vlekjes, schaduwtjes, lichtjes.

“Vind je het mooi?” vraag ik. Ze knikt. “Ja”, zegt ze. Haar ogen glanzen.

Een paar dagen later ontvang ik van haar moeder een foto. Stiekem genomen.

Daar staat ze, op de bank, vlak voor haar portret. Kijkend. Nog steeds.

Hier doe ik het voor.